Digitale en analoge processignalen aanpassen en beschermen
In de meet- en regeltechniek, ofwel M&R-techniek, speelt de storingsvrije overdracht van signalen een centrale rol. De signaaloverdracht wordt beïnvloed door een omgeving die elektrisch steeds actiever wordt. Dit geldt vooral voor de zwakke meetwaardesignalen die door sensoren worden geleverd. Onvoldoende aandacht voor deze storingen, verkeerde aanpassingen of andere tekortkomingen bij de planning ondermijnen een foutloze signaaloverdracht.
Signaalsoorten en signaalbewerking
Wat zijn de signalen?
Analoge signalen zijn elektrische spannings- en stroomsignalen. Om een veranderende fysische grootheid weer te geven, kan een sensor een elektrische spanning opwekken of de spanningsval in het meetcircuit veranderen.
In de installatie- en procestechniek worden daarbij gewoonlijk de volgende variabelen gemeten:
- Temperatuur
- Druk
- Vulniveau doorstroomhoeveelheid
- Trilling/vibratie
- Vervorming voor belastingsmeting
- Vocht
- Gasconcentratie
- Elektrofysische grootheden, zoals spanning, stroom, veldsterkte, enz.
Stations van de meetsignaalbewerking
Het centrale gebied van de M&R-techniek is de elektrosensorische detectie, bewerking en beoordeling van statusgegevens in het milieu of van een industriële installatie.
Het gaat met name om deze drie gebieden:
- De signaalverwerving in het veld, zoals het bewaakte en te besturen gebied wordt genoemd
- De conditionering van het signaal op interfaceniveau of direct op veldniveau met gebruikmaking van elektronische componenten voor versterking, omzetting en bescherming tegen signaaltrajectinterferenties
- De analoge of digitale signaalverwerking op besturingsniveau door een evaluatie- of besturingseenheid.
Analoog signaal van de sensor naar de besturing
Scheidingsversterkers en meetwaardeomvormers
Functies van scheidingsversterkers en meetwaardeomvormers
De elektronische modulen voor signaalbewerking worden gezamenlijk aangeduid als scheidingsversterkers, signaalscheiders of meetwaardeomvormers.
De apparaten kunnen één of meer van deze functies hebben:
1. Signaalversterking
Signaalversterking is altijd nodig, wanneer een signaal te zwak is en door de aangesloten analyser alleen vervormd of verzwakt kan worden geregistreerd.
Voorbeeld:
Zonder de versterker zou de op de meetsignaalgever aangesloten belasting van 320 Ω hoger zijn dan de maximaal toelaatbare belasting van 300 Ω. De meetsignaalgever kan deze belasting niet aan, het meetsignaal zou vervalst worden.
Door het plaatsen van een versterker bedraagt de op de meetsignaalgever aangesloten belasting 70 Ω, hetgeen minder is dan de toelaatbare maximumbelasting van 300 Ω. De ingangsweerstand van de analyser van 300 Ω leidt ook niet tot overbelasting van de versterkeruitgang, omdat deze een belasting van maximaal 500 Ω aankan. Het meetsignaal wordt niet vervormd.
Beispiel Signalverstärkung zur Fehlerbeseitigung
2. Conversie naar een standaardsignaal
Analoge sensorsignalen kunnen, afhankelijk van de meettaak, in een interfacemodule worden omgezet naar één van de standaardsignalen. Het resultaat van de omzetting moet daarbij evenredig zijn aan de gemeten ingangswaarde, zodat de meting niet vervalst wordt.
Voorbeeld:
De sensor of zender levert een standaardsignaal van 4 tot 20 mA. De analyser heeft een signaal van 0 tot 10 V nodig. De standaardsignaalomvormer die tussen de zender en de analyser is geschakeld, voert de vereiste aanpassing uit.
Voorbeeld conversie naar een standaardsignaal
3. Filtering
In kabels voor de overdracht van meetwaarden kunnen stoorspanningen optreden, bijv. ten gevolge van elektromagnetische inductie of door de invloed van hoogfrequente signalen, in industriële omgevingen van bijv. frequentieomvormers. De storingen zijn bijzonder sterk, wanneer ze invloed hebben op spanningssignalen.
Voorbeeld:
De scheidingsversterker met filterfunctie detecteert en onderdrukt stoorspanningen in een breed frequentiespectrum.
Het is bovendien nuttig om getwiste of afgeschermde kabels te gebruiken. Getwiste kabels helpen om de geïnduceerde stoorspanning te verminderen en afgeschermde kabels reflecteren en absorberen bovendien elektrische velden. Om voornoemde storingen nog verder te voorkomen, dient een spanningssignaal te worden omgezet naar een stroomsignaal.
Voorbeeld signaalfiltering
4. Potentiaalscheiding
Een potentiaalgescheiden signaalverbinding wordt een potentiaalvrije verbinding genoemd, omdat er via deze verbinding geen vereffeningsstromen tussen potentiaalverschillen vloeien. De potentiaalscheiding van de veldstroomcircuits en stuurstroomcircuits is een gevestigde norm geworden in de installatie- en procesindustrie.
Voorbeeld:
Probleem: zender en analyser zijn geaard, maar hebben verschillende aardpotentialen. Er vloeit vereffeningsstroom Ig door de ontstane aardstroomlus, die meetsignaal I1 vervalst.
Voorbeeld aardstroomlus
Na het invoegen van een galvanische signaalscheider, bijv. een transformator, in de aansluitkabels voor het meetsignaal, vloeit er geen vereffeningsstroom Ig meer. I2, dat identiek is aan het meetsignaal I1, wordt gemeten.
Voorbeeld potentiaalscheiding, geen aardstroomlus
5. Bekabelingsbewaking
De bekabelingsbewaking is als extra functie in veel interfacemodulen geïntegreerd. De bewakingsfunctie voor bekabelingsonderbreking en kortsluiting wordt nader gespecificeerd in de NAMUR-aanbevelingen NE 21 van de belangengemeenschap Automatiseringstechniek van de procesindustrie.
Voorbeeld:
De afbeelding toont schematisch hoe een bekabelingsbewaking wordt toegepast over het gehele traject van de signaaloverdracht, van de sensor tot aan de analyser.
Daarbij zorgt de weerstand van 400 tot 2 kΩ voor een maximale stroom bij gesloten schakelaar, die kleiner is dan de kortsluitstroom. De weerstand van 10 kΩ zorgt voor een ruststroom bij geopende schakelaar. Bij een kabelbreuk is de stroom = 0.
Voorbeeld bekabelingsbewaking
Voeding en scheiding van de signaaltrajecten
Elektrische voeding en scheiding van de signaaltrajecten
Bij de ingangsklemmen van een scheidingsversterker of een analyse-eenheid wordt onderscheid gemaakt tussen een passieve en een actieve ingang, afhankelijk van het feit of de aangesloten sensor of zender een eigen voeding heeft of via de sensorsignaalleidingen wordt gevoed.
Passieve ingang
De passieve signaalingang heeft als enige functie het signaal te ontvangen.
Voorbeeld:
In het voorbeeld hebben de scheidingsversterker en de analyser passieve ingangen. De actieve sensor of zender (met vier aansluitingen) voedt de passieve ingang van de scheidingsversterker. De actieve uitgang van de scheidingsversterker voedt de passieve ingang van de analyser.
Voorbeeld van een passieve signaalingang
Actieve ingang
De actieve signaalingang heeft twee functies: de ene is om het signaal te ontvangen en de andere om de signaalgever te voeden.
Voorbeeld:
In het voorbeeld heeft de scheidingsversterker een actieve ingang. Hij voedt de 2- of 3-aderige sensor of zender. De actieve uitgang van de scheidingsversterker voedt de passieve ingang van de analyser (zoals in het voorgaande voorbeeld). Componenten die elektrisch moeten worden gevoed, kunnen door afzonderlijke voedingen of via de signaalleidingen van spanning worden voorzien.
Voorbeeld van een actieve signaalingang
Passieve isolatie, ingangscircuitgevoed
Voeding van de scheidingsversterker via een signaalingang door de zender (ingangscircuitgevoed). Alleen geschikt voor signalen van 4 mA tot 20 mA.
Voorbeeld:
De signaaltrajecten tussen de actieve sensor resp. de zender (4-draads aansluiting) en de scheidingsversterkers zijn hier niet gescheiden van de voeding van de zender. In dit geval neemt de actieve sensor/zender de voeding van de scheidingsversterker over.
De sensor/zender moet de volledige belasting van scheidingsversterker en ingang van de analyser aankunnen.
Voorbeeld van passieve isolatie, ingangscircuitgevoed
Passieve isolatie, uitgangscircuitgevoed
In dit geval wordt de scheidingsversterker door de analyser via de signaaluitgang gevoed (uitgangscircuitgevoed). Alleen geschikt voor signalen van 4 mA tot 20 mA.
Voorbeeld:
Het signaaltraject tussen sensor resp. zender (4-draads aansluiting) en scheidingsversterker is gescheiden van de voeding van de zender.
Het signaaltraject tussen scheidingsversterker en analyser is niet gescheiden van de voeding van de analyser. In dat geval neemt de analyser de voeding van de scheidingsversterker over.
Voorbeeld passieve isolatie, uitgangscircuitgevoed