Aanvankelijk staat het hoofdkantoor in de Huysenallee in Essen. Nog in de jaren '20 betrekt het bedrijf een pand dat hoort bij station Essen Hauptbahnhof.
Op de foto ziet u een lichtreclame van het jonge bedrijf.
Sinds de oprichting van de onderneming in Essen hebben we veel meegemaakt en gepresteerd. Hier ziet u een overzicht van 100 jaar Phoenix Contact – gevormd door innovatieve techniek en geleid door verantwoordelijke mensen. Kom meer te weten over de belangrijke mijlpalen op weg vanaf het begin in Essen tot en met mondiale speler in de elektrotechniek.
Na de Eerste Wereldoorlog wil Hugo Knümann een eigen zaak beginnen. Voor de oorlog werkte de Knümann in Zuid-Duitsland, nu keert hij terug naar zijn geboortestad Essen. In 1923 richt hij de Phönix Elektro- und Industrie-Bedarfsgesellschaft op. Het doel van de onderneming is de "handel met elektrawinkels en in industrieproducten".
Maar van een normale economie was op dat moment geen sprake. In het conflict over de Duitse herstelbetalingen bezetten Franse troepen in 1923 het Ruhrgebied; in Duitsland culmineert het conflict in hyperinflatie. Pas als hier een einde aan komt door de invoering van de Rentenmark kan Knümann eindelijk aan de slag.
Aanvankelijk staat het hoofdkantoor in de Huysenallee in Essen. Nog in de jaren '20 betrekt het bedrijf een pand dat hoort bij station Essen Hauptbahnhof.
Op de foto ziet u een lichtreclame van het jonge bedrijf.
Hugo Knümann, geboren in 1884, kwam uit een familie van meubelverkopers in Essen.
Hij voelt zich zijn hele leven koopman. Hij zet geen eigen productie op. Het bedrijf doet alleen de verkoop en Knümann is elke dag onderweg om bestellingen binnen te halen en zijn producten te verkopen.
De jaren '20 zijn de gouden jaren van steenkool, ijzer en staal in het Ruhrgebied. De industrialisatie geeft ook de handel in Essen een impuls. Veel belangrijke klanten van Knümann bevinden zich in de buurt van station Essen Hauptbahnhof.
In 1928 vindt een belangrijke ontmoeting plaats: Hugo Knümann ontmoet RWE-ingenieur Heinz Müller. Deze vertelt hem over 10-polige keramische blokken die door hun blokkarakter zeer inflexibel zijn. Dat brengt Knümann op het idee om de blokken te scheiden en deze afzonderlijk te rangschikken als aansluitklemmen op een montagerail. De aansluitklem is geboren. De uitvinder ervan is, zoals een latere octrooispecificatie vermeldt, Hugo Knümann.
Het originele patent is helaas niet meer beschikbaar. Latere patenten verwijzen echter naar een oudere versie en noemen Hugo Knümann als 'uitvinder'.
RWE is een van de belangrijkste energieleveranciers in Duitsland en was in een vroeg stadium een van de klanten van Knümann.
Hier: RWE lichtreclame in Essen, rond 1930.
De eerste aansluitklemmen laten ook zien hoe nauw RWE verbonden is met het jonge bedrijf. Er staat op: 'RWE Phönix'.
Al in de jaren '30 had Knümanns bedrijf, dat nu Phönix Elektrizitätsgesellschaft heet, een tiental mensen in dienst. Maar Phönix blijft, zoals zo veel bedrijven, niet gespaard van het nationaal-socialisme. Volgens de spaarzame bronnen zijn Knümann en zijn medewerkers niet politiek actief. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 melden veel klanten zich met bijzondere 'urgentie' bij het bedrijf - de wapenproductie krijgt nu prioriteit.
De oorlog bereikt ook Essen. Op 13 maart 1943 wordt het hoofdkantoor getroffen tijdens een bombardement. Knümann besluit het bedrijf te verplaatsen. Zijn oog valt op het rustige stadje Blomberg in de regio Ostwestfalen-Lippe. Er wordt voorlopige productie opgestart in een normaal woongebouw in Blomberg.
Het hoofdkantoor in Essen moest vanwege de ernstige bombardering van de stad worden geëvacueerd. De neef van Hugo Knümann reist als vertegenwoordiger van de chocoladefabriek Trumpf veel en geeft naar verluid de door het noodlot aangegeven aanwijzing voor het uitwijkkwartier in het restaurant in Blomberg in Lippe.
De steenkolenmijnen van Essen en het bedrijf Krupp zijn een belangrijk onderdeel van de oorlogseconomie. De nazi's propageren de stad als de 'wapenfabriek van het Reich'. Hier: Zeche Zollverein, foto uit 1949.
In 1937 treedt Ursula Lampmann op 17-jarige leeftijd in dienst bij Phönix Elektrizitätsgesellschaft als commercieel medewerkster.
Aanvankelijk doet ze kantoorwerk, maar al in 1943, na de verhuizing naar Blomberg, wordt ze erkend vertegenwoordiger binnen het bedrijf. In de decennia daarna speelt ze een beslissende rol bij de vormgeving van het bedrijf.
Hugo Knümann maakt via een bevriende patentadvocaat kennis met Josef Eisert, een elektrotechnisch ingenieur. Als Knümann in 1953 overlijdt, nemen Eisert en Ursula Lampmann de leiding van het bedrijf over. Eisert bekleedde eerder een hoge positie bij Siemens, is een echte ontwikkelaar, houder van veel patenten op aansluitklemmen en komt in 1949 bij het bedrijf werken.
Onder Josef Eisert ondergaat het bedrijf een fundamentele verandering: van een puur verkoopbedrijf wordt het een bedrijf met eigen productie. In Blomberg ontstaan al snel de afdelingen werktuigbouw, kunststofproductie, schroevendraaierij, montage, smederij, magazijn en expeditie.
Het bescheiden personeelsbestand van Phönix voor het woonhuis in Blomberg, waar het bedrijf voorlopig is gehuisvest.
Het zijn vooral vrouwen die gedurende deze tijd actief zijn. Het sleutelwoord van dat moment is pragmatisme. De grote zaal wordt gebruikt als montageplaats en de lange bowlingbaan in de kelder wordt omgebouwd tot opslagplaats voor losse onderdelen.
Na de oorlog treedt Phönix Elektrizitätsgesellschaft op vele beurzen op. Hier ontmoet Josef Eisert de Sauerlandse ondernemers Ernst Noelle en Eugen Berg. Volgens de overlevering hebben de heren een levendig gesprek over de productie van elektrische artikelen. Uit het beurscontact ontstaat een nauwe samenwerking.
De ingenieur Josef Eisert geeft vorm aan het idee van de eigen toegevoegde waarde bij Phoenix Contact.
Tot op de dag van vandaag produceert het bedrijf bijna alles wat het nodig heeft voor zijn producten zelf - van machines en werktuigen tot schroeven.
Sinds de jaren '50 neemt Phönix Elektrizitätsgesellschaft gestanste en gebogen onderdelen voor de productie af bij Noelle und Berg- de huidige dochteronderneming Phoenix Feinbau in Lüdenscheid. De start van de samenwerking met Noelle und Berg markeert het begin van de Phoenix Contact Group en is een mijlpaal op weg naar onafhankelijkheid van leveranciers.
In 1957 wordt de eerste productiehal gebouwd op het terrein aan de Flachsmarkt in Blomberg. Hier zijn in eerste instantie de Duroplast-perserij, de schroevendraaierij, de montage en de expeditie ondergebracht. Het besluit om in Blomberg te blijven is dus genomen. In 1966 verhuist ook de administratie, die in eerste instantie in Essen was gebleven, naar de Flachsmarkt.
Het assortiment van Noelle und Berg omvat in eerste instantie kandelaars, plaatjes, sluitringen en contactonderdelen.
In 1955 fuseert het bedrijf met Phönix Elektrizitätsgesellschaft.
Om ook op personeelsgebied onafhankelijk te zijn, begint Phönix Elektrizitätsgesellschaft in 1957 met de opleiding van eigen vakspecialisten: Erhard Hönig (3e van links achteraan) en Helmut Conrad (2e van rechts) zijn de eerste leerlingen in het bedrijf. Ze leren het beroep van werktuigbouwkundige.
Met de bouw van de eerste productiehal op de Flachsmarkt wordt gekozen voor de locatie Blomberg. Hier worden na verloop van tijd nieuwe hallen gebouwd.
In 1961 treedt Klaus Eisert direct na zijn studie in dienst bij het bedrijf. Hij begint als ontwikkelingsingenieur en in 1966, na de definitieve verhuizing van Phoenix Contact naar Blomberg, neemt hij de verkoop en marketing voor zijn rekening. Zijn broers Jörg (†) en Gerd Eisert (†) komen in 1962 en in 1972 bij het bedrijf. Jörg Eisert neemt de productie en later de leiding van Phoenix Feinbau over. Met de komst van Gerd Eisert komen de buitenlandse activiteiten echt op gang. Hij richt een aantal buitenlandse vertegenwoordigingen en internationale dochterondernemingen op.
Als Josef Eisert in 1975 overlijdt, heeft hij het assortiment aansluitklemmen uitgebreid, een eigen productie met machinebouw opgebouwd en het bedrijf onafhankelijk gemaakt van leveranciers. Inmiddels telt het fabrieksterrein elf gebouwen. Vanaf dat moment hebben de drie Eisert-broers samen met Ursula Lampmann (†) de leiding over het bedrijf.
Josef Eisert (midden) en zoon Jörg (2e van rechts), jaren '60.
Jörg Eisert overlijdt in 1979 bij een auto-ongeluk op weg van Blomberg naar Lüdenscheid.
Ook voor de reclame waait een frisse wind. Phönix Klemmen, zoals het bedrijf nu heet is, dankzij de positieve ontwikkelingen, een bedrijf met zelfvertrouwen.
De gebroeders Eisert worden ook vertegenwoordigd door hun eigen bedrijfsvoetbalteam, FC Phönix.
In 1974 wordt de MKDS-miniklem voor gedrukte schakelingen gepresenteerd op de elektronica beurs in München. De miniklem staat model voor de standaard schroefaansluiting op printplaten. Het succes van de MKDS markeert het begin van het 'groene' elektronicatijdperk. De productportefeuille blijft zich uitbreiden in de richting van elektronica. De productcatalogus wordt aangevuld met printklemmen, printplaatconnectoren, relais, converters en vele andere elektronische producten. In 1983 komen daar producten voor overspanningsbeveiliging bij.
In 1987 wordt op de Hannover Messe het INTERBUS-veldbussysteem geïntroduceerd. Daarmee wordt de basis gelegd voor industriële netwerken bij Phoenix Contact. Het netwerk voor seriële gegevensoverdracht biedt systeemoverschrijdende openheid van de sensor tot de besturing en wordt gebruikt voor de automatisering van productie-installaties.
Phönix Klemmen verandert in 1981 in Phoenix Contact. Door de nieuwe naam wordt het merk uniformer. De Engelstalige naam maakt de internationale ambities van het bedrijf duidelijk.
Het INTERBUS-systeem is voor Phoenix Contact een schot in de roos. Daarna richt het bedrijf met andere middelgrote ondernemingen de 'Alliance for Industrial Networking' op om het thema gezamenlijk verder te ontwikkelen. Hier: gezamenlijke stand op de Hannover Messe, 1994.
Om gevoelige apparaat- en systeemelektronica tegen overspanning te beschermen, ontwikkelt Phoenix Contact op rails gemonteerde absorptietechnologieapparaten, die vanaf 1985 onder de merknaam TRABTECH op de markt worden gebracht.
In de jaren '90 groeit het bedrijf gestaag. Na de hereniging worden de nieuwe Duitse deelstaten in het verkoopnetwerk opgenomen. Om nieuwe zakenrelaties aan te knopen en verkooppartners te vinden, reist Gerd Eisert onvermoeibaar de wereld rond.
Sinds de opening van de eerste buitenlandse vestiging in de VS in 1981 zijn er op alle continenten verkoopmaatschappijen opgericht. Het onafhankelijke testinstituut Phoenix Testlab start in 1994 in Blomberg. Het kwalificeert zich in de jaren die volgen voor talrijke testaccreditaties. Vanaf de eeuwwisseling bestrijkt Phoenix Contact de gehele keten van toegevoegde waarde in de automatisering, met eigen besturingstechniek en nauwe samenwerking met de latere groepsmaatschappij KW-Software.
Alleen al in de jaren '90 breidt de Phoenix Contact Group uit met 21 dochterondernemingen. In 1993 richt Phoenix Contact onder meer een dochteronderneming op in Nanjing, China.
In 1994 richt Phoenix Contact in Bad Pyrmont een eigen elektronicalocatie op. De nieuwe dochteronderneming in het kuuroord is gespecialiseerd in de ontwikkeling en productie van elektronische assemblages en automatiseringstechniek.
Vanaf 1996 wordt hier Surface Mount Technology (SMT) toegepast als nieuwe productietechnologie voor de plaatsing van printplaten met componenten.
Het testlaboratorium van de Phoenix Contact Group wordt aanvankelijk geopend onder de naam EMV-Test (elektromagnetische compatibiliteit). In 1998 gaat het onafhankelijke testlaboratorium verder onder de naam Testlab.
Ondertussen omvatten de activiteiten van het laboratorium ook schok-, veiligheids-, trillings- en hittetests, en tests voor het meten van de effecten van milieu-invloeden.
In 2001 wijzen de aandeelhouders vier nieuwe leden voor het management aan, die in 2005 directeur met grote verantwoordelijkheid worden. Meerdere schouders dragen zo de bekwaamheden van de onderneming. De uitbreiding van het management is een eenduidig statement in de richting van groei – en van meer verantwoordelijkheid in de 21e eeuw.
In 2005 richt Phoenix Contact het eerste Center of Competence op. Het is een belangrijke stap in de verdere internationalisering van de onderneming. Na het vestigen van het wereldwijde verkoopnetwerk dient de service niet meer alleen centraal vanuit Duitsland gebeuren, maar dienen de betreffende prestaties ter plaatse te worden geleverd (eerst in Azië en de VS, later in India).
In 2007 realiseert Phoenix Contact voor het eerst een omzet van meer dan een miljard euro en vestigt zich als mondiale speler.
Automatiseringssoftware is vanaf de millenniumwisseling een vast onderdeel van het productenprogramma van Phoenix Contact. De producten zijn de sleutel voor een efficiënte automatisering en begeleiden het complete toegevoegde waardenproces van de projectering tot en met het bedrijf van de installatie. Hier: eerste automatiseringssoftware PCWORX.
In 2015 geeft Klaus Eisert zijn functie als directeur-aandeelhouder op en wijdt hij zich aan de oprichting van de adviesraad van Phoenix Contact. Frank Stührenberg treedt aan als CEO.
Met de eigen organisatie-eenheid "New Business Fields" identificeert en ontwikkelt Phoenix Contact nieuwe, met name digitale businessmodellen en investeert het bedrijf in interne en externe startups. Daardoor ondersteunt Phoenix Contact ondernemingen uit de branches elektromobiliteit, technische opleiding, test- en certificeringsdiensten, sensoren, Additive Manufacturing en Smart Services.
In 2014 opent Phoenix Contact zijn nieuwe locatie in Paderborn. Hier ontwikkelt Phoenix Contact Power Supplies GmbH innovatieve en specifieke voedingsoplossingen voor verschillende toepassingen en gebieden.
Met PLCnext luidt Phoenix Contact een nieuw tijdperk in de automatisering in. Het nieuwe, open ecosysteem bestaat uit met schaalbare hardware, modulaire engineeringssoftware, een globale community en een digitale softwaremarktplaats.
In 2016 presenteert Phoenix Contact op de Hannover Messe het nieuwe snellaadsysteem met HPC (High Power Charging Technology).
Sinds de oprichting in 1923 is elektrificatie de kerncompetentie van Phoenix Contact. In de 21e eeuw zet Phoenix Contact zich in als kartrekker voor de 'All Electric Society', een toekomst waarin energie uit hernieuwbare hulpbronnen in voldoende mate en tegen betaalbare prijzen beschikbaar is. Naast de consequente opwekking en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen vormen de vermindering van de vraag naar primaire energie door efficiëntiemaatregelen en de totstandbrenging van intelligente en gekoppelde systemen de sleutel tot een duurzame toekomst.
Om de regeneratief opgewekte energie naar behoefte te kunnen gebruiken en de sectorkoppeling te realiseren, zijn oplossingen en technologieën voor elektrificatie, netwerkkoppeling en automatisering nodig. Phoenix Contact richt zich op oplossingen voor de 'All Electric Society'.
Meer dan 20.000 medewerkers en een sterke groei door het brede productenprogramma en de focus op oplossingen helpen bij de implementatie.
Het park laat zien met welke producten en technologieën het ten grondslag liggende idee van de sectorkoppeling kan worden gerealiseerd. Het is openbaar toegankelijk, dient kennis over te dragen en inspiratie voor duurzame ideeën te zijn.
Het managementteam van Phoenix Contact in het jubileumjaar 2023.
In 2023 vierde Phoenix Contact wereldwijd een groot jubileum. Honderd jaar bedrijfsgeschiedenis; honderd jaar sterke verbindingen: zowel technologisch als menselijk. Zo scheppen we de voorwaarden voor de duurzame en leefbare wereld van morgen.
Zin in meer geschiedenis? In de UPDATE-jubileumeditie nemen we u mee naar een interessant stuk industriële geschiedenis. En we geven ook een gezicht aan de medewerkers die niet in het jaarverslag staan, maar die al honderd jaar onze geschiedenis schrijven.