Het kopstation is bestemd voor toepassing in een EtherCAT®-netwerk en vormt het verbindende element met het Axioline F-I/O-systeem. Op het kopstation kunnen maximaal 63 Axioline F-deelnemers worden aangesloten. EtherCAT® en Safety over EtherCAT® zijn geregistreerde handelsmerken en gepatenteerde technologieën, onder licentie van Beckhoff Automation GmbH, Duitsland. Voor de integratie van het Axioline F-Station station in het programmeersysteem is een bijbehorend ESI-bestand beschikbaar. Dit kan worden gedownload onder het volgende adres: www.phoenixcontact.com/product/2688899
AXL F BK EC
-
Kopstation
2688899
Axioline F, Kopstation, EtherCAT®, RJ45-Bus, overdrachtssnelheid in de localbus: 100 MBit/s, beschermklasse: IP20, inclusief bussokkel en Axioline F connector
Gratis download beschikbaar.
Downloads
Productdetails
| Maatschets |
|
| Breedte | 45 mm |
| Hoogte | 126,1 mm |
| diepte | 74 mm |
| aanwijzing m.b.t. opgave van afmetingen | De diepte geldt bij toepassing van een montagerail TH 35-7,5 (volgens EN 60715) |
| Opmerking met betrekking tot de toepassing | |
| Opmerking met betrekking tot de toepassing | Uitsluitend voor industrieel gebruik |
| EtherCAT® | |
| Aantal interfaces | 2 |
| Aansluitmethode | RJ45-Bus |
| Opmerking met betrekking tot de aansluiting | autonegotiation en autocrossing |
| overdrachtssnelheid | 100 MBit/s (full-duplex) |
| overdrachtsmedium | Ethernet in RJ45-Twisted-Pair |
| Axioline F-localbus | |
| Aantal interfaces | 1 |
| Aansluitmethode | Bus base module |
| overdrachtssnelheid | 100 MBit/s |
| Service | |
| Aantal interfaces | 1 |
| aansluitmethode | USB type C (vanaf HW 05) |
| micro USB type B (tot HW 04) | |
| Veldbus: Localbus gateway | |
| max. aantal localbusdeelnemers | 63 (Neem de logica-stroomopnamen van de deelnemers in acht) |
| EtherCAT® | |
| systeemspecifieke protocollen | mailbox-protocollen CAN application protocol over EtherCAT® |
| mailbox-protocollen File access over EtherCAT® | |
| mailbox-protocollen Ethernet over EtherCAT® | |
| mailbox-protocollen Safety over EtherCAT® | |
| specificatie | ETG.1000 V1.02 |
| systeemgrenzen | |
| Aantal deelnemers | max. 63 (per station) |
| Aantal Aansluitbare localbusdeelnemers | max. 63 |
| Producttype | IO-componenten |
| Productfamilie | Axioline F |
| bouwvorm | block modular |
| inbouwpositie | willekeurig (temperatuur-derating in acht nemen) |
| Omvang van de levering | inclusief bussokkel en Axioline F connector |
| diagnosemeldingen | alarmmeldingen |
| meldingen met betrekking tot object 10F3hex diagnosegeschiedenis | |
| Isolatie-eigenschappen | |
| Overspanningscategorie | II (IEC 60664-1, EN 60664-1) |
| Vervuilingsgraad | 2 (IEC 60664-1, EN 60664-1) |
| Maximale vermogensdissipatie tijdens nominaal bedrijf | 3,7 W |
| Potentialen: voeding van de logicaspanning UL (vanuit UL wordt de voeding van de Axioline F-localbus UBus gerealiseerd) | |
| voedingsspanning | 24 V DC |
| voedingsspanningsbereik | 19,2 V DC ... 30 V DC (inclusief alle toleranties, inclusief rimpel) |
| stroomopname | max. 570 mA (2,0 A aan UBus, UL = 24 V, tot HW 04) |
| max. 670 mA (2,5 A aan UBus, UL = 24 V, vanaf HW 05) | |
| beveiligingsschakeling | overspanningsbeveiliging; elektronisch |
| polariteitsbeveiliging; elektronisch | |
| Potentialen: voeding van de Axioline F-localbus (UBus) | |
| voedingsspanning | 5 V DC (via bussokkelmoduul) |
| voeding | max. 2 A (tot HW 04) |
| max. 2,5 A (vanaf HW 05) | |
| Potentiaalscheiding/isolatie van de spanningsbereiken | |
| Testspanning: Ethernet-interface 1/Ethernet-interface 2 | 1500 V AC, 50 Hz, 1 min |
| Testspanning: Ethernet-interface 1/24 V-voeding van de logicaspanning (UL) | 1500 V AC, 50 Hz, 1 min |
| Testspanning: Ethernet-interface 2/24 V-voeding van de logicaspanning (UL) | 1500 V AC, 50 Hz, 1 min |
| Testspanning: Ethernet-interface 1/functionele aarde | 1500 V AC, 50 Hz, 1 min |
| Testspanning: Ethernet-interface 2/functionele aarde | 1500 V AC, 50 Hz, 1 min |
| Testspanning: 24 V-voeding van de logicaspanning (UL)/functionele aarde | 500 V AC, 50 Hz, 1 min |
| Aansluittechniek | |
| Benaming aansluiting | Axioline F-stiftconnector |
| Opmerking met betrekking tot de aansluiting | Neem de informatie met betrekking tot aderdoorsneden in het handboek "Axioline F: Systeem en installatie" in acht. |
| Aderaansluiting | |
| Aansluitmethode | Push-in-aansluiting |
| Aderdoorsnede massief | 0,2 mm² ... 1,5 mm² |
| Aderdoorsnede soepel | 0,2 mm² ... 1,5 mm² |
| Aderdoorsnede AWG | 24 ... 16 |
| Striplengte | 8 mm |
| Axioline F-stiftconnector | |
| Aansluitmethode | Push-in-aansluiting |
| Opmerking met betrekking tot de aansluiting | Neem de informatie met betrekking tot aderdoorsneden in het handboek "Axioline F: Systeem en installatie" in acht. |
| Aderdoorsnede massief | 0,2 mm² ... 1,5 mm² |
| Aderdoorsnede soepel | 0,2 mm² ... 1,5 mm² |
| aderdoorsnede AWG | 24 ... 16 |
| Striplengte | 8 mm |
| Omgevingsomstandigheden | |
| omgevingstemperatuur (bedrijf) | -25 °C ... 60 °C (inbouwpositie: wandmontage op horizontale montagerail) |
| -25 °C ... 55 °C (inbouwpositie: naar keuze) | |
| beschermklasse | IP20 |
| Luchtdruk (bedrijf) | 70 kPa ... 106 kPa (tot max. 3000 m boven zeeniveau) |
| luchtdruk (opslag/transport) | 70 kPa ... 106 kPa (tot max. 3000 m boven zeeniveau) |
| Omgevingstemperatuur (opslag/transport) | -40 °C ... 85 °C |
| Toelaatbare luchtvochtigheid (bedrijf) | 5 % ... 95 % (geen condens) |
| toelaatbare luchtvochtigheid (opslag/transport) | 5 % ... 95 % (geen condens) |
| beveiligingsklasse | III (IEC 61140, EN 61140, VDE 0140-1) |
| montagetechniek | Railmontage |
| inbouwpositie | willekeurig (temperatuur-derating in acht nemen) |
LR
Toelatings-ID: LR2480202TA-02PRS
Toelatings-ID: TE/1020/880590/21BSH
Toelatings-ID: 840RINA
Toelatings-ID: ELE008423XGABS
Toelatings-ID: 20-2059154-PDAEtherCAT
Toelatings-ID: 0x290783cULus Listed
Toelatings-ID: E238705cULus Listed
Toelatings-ID: E238705
Uw voordelen
2 Ethernet-poorten (met geïntegreerde switch)
Draaischakelaar
Automatische adressering
Afbeelding van het station als modulair EtherCAT®-apparaat via Modular Device Profile (MDP)
Afbeelding van het station als Block-device mogelijk
Acyclische datacommunicatie (mailbox-protocollen)
Cyclische datacommunicatie
Geschikt voor firmware-update
Typische cyclustijd van de lokale Axioline F-bus ca. 10 µs
Runtime in het kopstation verwaarloosbaar (bijna 0 µs)
Ondersteunt het gebruik van Axioline Smart Elements
Ondersteunt passieve smart-elementen (vanaf firmwareversie 1.30)
Ondersteunt IOL-CONF (vanaf firmwareversie 1.30)
Ondersteunt Smart Elements voor gebruik in een FSoE-systeem (vanaf firmwareversie 1.31)